André de Kok trouwt met Clasina Veneman, het echtpaar krijgt in 1926 één dochter, Johanna Catharina de Kok.

Verzetskern
André is ambtenaar in Amsterdam en werkt bij de Afdeling Burgerlijke Stand, Bevolkingsregister en Verkiezingen. In de oorlog is hij, door zijn werk op het stamkaartenbureau én als verzetsman, in staat hulp te bieden aan onderduikers en joden. André doet dit samen met een aantal collega’s, die gezamenlijk een verzetskern vormen; Herman Alers, Andreas Balvers, Pieter Landweer, Boudewijn Leenheer en Teunis van de Bunt.

Stamkaarten
Op 27 maart 1943 pleegt het verzet een aanslag op het bevolkingsregister in Amsterdam. De brandweer maakt geen haast bij het blussen van de daaropvolgende brand, desondanks gaat maar vijftien procent van alle systeemkaarten verloren. De zwaar beschadigde stamkaarten van joodse inwoners worden door de medewerkers van het bureau veelal vervalst herschreven, gebruik makend van gegevens van al overleden personen.

Arrestatie
Op 17 juli 1944 valt de Sicherheitsdienst het bureau Bevolkingsregister binnen. Tien personen worden gearresteerd, onder wie André de Kok. Zes collega’s worden korte tijd later, vanwege hun illegale werk, naar Kamp Vught getransporteerd. Op 4 augustus 1944 wordt André de Kok op de fusilladeplaats vlakbij het kamp geëxecuteerd. Op 22 augustus 1944 krijgt Clasina bericht van de dood van haar man.
In het gebouw van de afdeling Basisinformatie van de gemeente Amsterdam , gesitueerd aan de Jodenbreestraat 25, is een herdenkingsplaquette geplaatst, waarop de namen van de omgekomen verzetsmannen staan. André de Kok is tevens opgenomen in de Erelijst van Gevallenen 1940-1945.

Onderscheiding
Op maandag 11 september 2017 wordt aan André de Kok postuum de Yad Vashem-onderscheiding 'Rechtvaardigen onder de Volkeren' uitgereikt.

Bronnen:

• NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies
• Erelijst van gevallenen 1940-1945
• Veldkamp, J.T. Het Amsterdamse Bevolkingsregister in Oorlogstijd. Amsterdam, 1954
• Onderzoek familie