Van het leven van Hendrik van Hoeven weten wij niet veel, van zijn leven vóór de oorlog helemaal niets.
Verzet
Tijdens de oorlog woont Hendrik met zijn vrouw Hendrika van Hoeven-Wassink in de Edelweisstraat nummer 111 in Eindhoven, zij hebben één kind. Het beroep van Hendrik is constructie-tekenaar. Hendrik sluit zich aan bij het georganiseerde verzet, de LO-Eindhoven; samen met zijn vrouw biedt hij onderdak aan joodse onderduikers. Later is Hendrik behulpzaam bij het plegen van overvallen. Hij werkt onder de schuilnaam Mathijssen.
De jongere zus van Hendrika, Annie, is verloofd met Harrie van Gestel. Harrie en Hendrik werken met elkaar samen in het verzet.
Gearresteerd
Wat er precies gebeurt is onduidelijk, vermoedelijk is er verraad in het spel. Hendrik wordt gearresteerd op 14 mei 1944. Op dat moment is Hendrika in verwachting van hun tweede kind. Hendrik wordt overgebracht naar de Polizeigefängnis in Haaren en van daar uit naar het concentratiekamp Vught. Nauwelijks drie maanden na zijn arrestatie, op 9 augustus 1944 om negen uur in de avond, wordt Hendrik van Hoeven op de fusilladeplaats nabij het kamp gefusilleerd. Zijn jongste kind heeft hij nooit gezien. Harrie van Gestel wordt eveneens op datzelfde tijdstip gefusilleerd.
Bronnen:
- NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies
- Oorlogsgravenstichting
- Familiegegevens
- Het Grote Gebod : Gedenkboek van het verzet in LO en LKP. Kampen : Kok, 1984. Twee delen. (foto pag. 319 dl.1)