Theodorus van Schijndel woont tijdens de oorlog in Sint-Oedenrode en is landbouwer van beroep. Theo is de leider van een KP-groep die in de omgeving van Sint-Oedenrode opereert. Ook het hoofdkwartier is daar in een boerderij gevestigd. De groep van Theo is behoorlijk actief. Zo voeren zij een overval uit op een distributiekantoor in Veghel en in Cuyk. De groepen die de acties uitvoeren wisselen steeds van samenstelling zodat de verschillende leden van elkaar niet weten dat ze in het verzet actief zijn. Bij het voorbereiden van een nieuwe actie, waarop is onduidelijk, worden Theo en een aantal andere verzetslieden gearresteerd. De agenten die Theo en zijn metgezellen arresteren vragen nog of zij verzetslieden zijn. Daarop wordt ontkennend geantwoord. De politie denkt vervolgens met dieven te maken te hebben.
Verhoord
Theo geeft nog enige papieren aan een van de politieagenten die hij vertrouwt, met de mededeling dat er op een boerderij joodse kinderen verborgen worden gehouden. De SD heeft op deze boerderij later niets meer kunnen vinden. Theo wordt door de SD vervolgens naar Den Bosch gebracht en daar verhoord. Er zijn verder geen mensen van zijn KP opgepakt dus heeft Theo waarschijnlijk niets los gelaten. Na de verhoren is Theo naar Kamp Vught gebracht en daar op 9 augustus 1944 gefusilleerd.
Bronnen:
- Sterbebuch 1944
- Oorlogsgravenstichting
- Erelijst van gevallenen 1940-1945