Wilhelm wordt geboren in Düsseldorf uit Nederlandse ouders. Zijn roepnaam is Wim, hij is de jongste van drie kinderen. Het gezin woont enige jaren in Duitsland en keert terug naar Nederland. De ouders van Wim zijn zeer katholiek. Als de oorlog uitbreekt is Wim inmiddels getrouwd met een Duits dienstmeisje, Emma Martens. Zij wonen in Arnhem, Doelenstraat 8, en bouwen samen een zeer goedlopende zaak in vishandel op.

Hulpverlening
Gedurende de eerste oorlogsjaren is Wim zeer actief in hulpverlening aan joden. Hij helpt degenen die naar het buitenland willen vluchten, maar iedereen die die mogelijkheid niet heeft helpt hij met het zoeken en verzorgen van onderduikadressen. Wim sluit zich niet aan bij een landelijke verzetsorganisatie, maar helpt iedereen op persoonlijke titel. Halverwege de oorlog wordt een gezonde zoon geboren.

Een paar maanden later wordt Wim op straat gearresteerd en afgevoerd naar het station waar al veel anderen bij elkaar staan zonder dat ze weten wat hen te wachten staat. Van vrienden krijgt Emma het slechte nieuws te horen. Snel doet ze wat etenswaren in een trommel en rent naar het station. Na veel vragen en zoeken vindt ze Wim net voor het vertrek van het transport. Wim ziet er verslagen en ontdaan uit. Volgens verklaringen van vrienden en kennissen is de arrestatie van Wim een duidelijk gevolg van zijn hulp aan joden.

Vught
Na enige maanden onder zeer slechte leefomstandigheden in gevangenschap wordt Wim in januari 1943 overgeplaatst naar Kamp Vught, officieel Konzentrationslager Herzogenbusch. Zijn algehele gezondheidstoestand is dan al sterk achteruit gegaan, waardoor hij ernstig verzwakt in Vught arriveert. Dit nieuwe kamp is nog in aanbouw, de barre omstandigheden in de eerste koude wintermaanden betekent voor veel gevangenen een verdere aantasting van hun gezondheid. Ook Wim wordt ernstig ziek en overlijdt op 6 februari 1943, om tien over zes in de vroege ochtend.

Herz- und Kreislaufschwäche.
Emma krijgt van de Duitsers te horen dat Wim is overleden als gevolg van een val uit de bovenste krib, zijn slaapplaats in de stapelbedden – drie boven elkaar. De akte van overlijden, opgesteld door een ambtenaar van de Duitse burgerlijke stand, vermeldt als doodsoorzaak Herz- und Kreislaufschwäche.

 Bronnen:

• Familie Peters
• Sterbebuch 1943