Mozes woont tijdens de oorlog samen met zijn vrouw Cato de Metz-Levij in Groningen, Vinkenstraat 61b. Mozes en Cato, beiden in Amsterdam geboren en getogen, trouwen daar op 19 december 1928. De bruidskinderen zijn de kinderen van een zus van Mozes, waarschijnlijk Keetje. Zij krijgen één zoon – Herman; hij wordt geboren op 16 mei 1931 in Groningen. Mozes is schoenmaker van beroep, hij heeft zijn werkplaats aan huis in één van de slaapkamers. 
Een broer van Cato, Mourits Levij, woont vanaf 1940 bij zijn zus en zwager in.

Cato voor huwelijk met Mozes
Mozes wordt gearresteerd op verdenking van zwarte handel en wordt gevangen gezet in Kamp Amersfoort. In januari 1943 worden successievelijk alle gevangenen overgebracht naar het pas geopende Kamp Vught. Ook Mozes gaat op transport naar Vught en overlijdt daar op 27 februari 1943 als gevolg van de ontberingen in de kampen. De officiële doodsoorzaak op de akte van overlijden luidt: Herz- und Kreislaufschwäche bei Bronchopneumonie rechts.

Cato en Herman komen beiden om in Auschwitz, op 15 december 1942. Cato 40 jaar, Herman 11 jaar. Onbekend is of Mozes op de hoogte was van het wegvoeren van zijn vrouw en zoon.
Mourits Levij komt om in Midden-Europa op 31 augustus 1943, 34 jaar.

Bronnen:

• Sterbebuch 1943
• Familie Vooren
• Joods Monument
• Foto’s: privéalbum Familie Vooren