Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.
Nabestaande René Ficq en locoburgemeester Mark du Maine na de onthulling van het informatiepaneel. Louis Ficq, burgemeester van Grave en de vader van René Ficq is op 24 mei 1944 vanuit Kamp Vught gedeporteerd naar Dachau en is daar overleden.
Directeur Jeroen van den Eijnde bedankt de aanwezigen, die op allerlei manieren betrokken waren en/of zijn bij het vervoer, de plaatsing en de restauratie van de wagons.
De vaders van René Ficq en van Albert Brinkman moesten op 24 mei 1944 met het eerste gevangenentransport vanuit Kamp Vught naar Dachau. De vader van Brinkman overleefde het kamp; over de oorlog werd thuis niet gesproken. Louis Ficq schreef in een brief vanuit Dachau: 'Elke dag als ik hier te werk ga, denk ik aan mijn kleine René.' "Toen ik dat las, schoot ik vol", vertelt René.
De wagons (type 'Oppeln') staan ook voor de vele indringende verhalen die op deze plek te vertellen zijn. De plaatsing vormde het startsein van een meerjarenplan om de beladen geschiedenis in de omgeving zichtbaar te maken. Parallel aan de Lunettenlaan is een wandelpad aangelegd, ook geschikt voor rolstoelers.
Achtergrondinformatie
Eind 1943 zoekt de Duitse bezetter een locatie voor een vliegtuigsloperij; in en rond kamp Vught is voldoende ruimte. Het schroot kan opnieuw gebruikt worden in de oorlogsindustrie. Voor de aanvoer van het zware materieel leggen gevangenen begin 1944 het spoortracé van 3,5 kilometer aan.
Op het hoogtepunt gaan maandelijks 350 tot 400 wagons met schroot het kamp in en uit. Na de ontruiming van Kamp Vught in september 1944 is het spoor nog een korte periode blijven liggen, tot de ontmanteling in juni 1948.
Vanaf het station van Vught vinden vanaf eind januari 1943 tientallen deportaties plaats naar kampen in Duitsland en bezet Polen. Het eerste transport vanuit Kamp Vught is op 24 mei 1944, als 650 mannen worden gedeporteerd naar Dachau. Op 2 juni 1944 vertrekt een transport met 496 ‘Philips-joden’ naar Auschwitz (gevangenen die in het Philips-Kommando werken). In de hectiek rond ‘Dolle Dinsdag’ op 5 en 6 september zijn er ontruimingstransporten van 2800 respectievelijk 653 gevangenen naar Sachsenhausen en Ravensbrück. Op 17 september worden de laatste gevangenen vrijgelaten; het kamp is leeg. De gemeente Vught wordt bevrijd op 26 en 27 oktober 1944.
De plaatsing werd verzorgd door 101 Geniebataljon uit Wezep. In 2021 werden de wagons - een schenking van Herinneringscentrum Kamp Westerbork - naar Vught vervoerd. Het Genie Opleidings- en Trainingscentrum van de Koninklijke Landmacht verzorgde dit transport. Aannemer Hurks reconstrueerde hier de wagons. Het project is gerealiseerd dankzij onder meer het Mondriaan Fonds.
Je ziet de treinwagons in het bos, tegenover de parkeerplaats aan de Lunettenlaan. Via het wandelpad kun je naar het hoofdgebouw lopen.
Foto's: bijeenkomst 24 mei (beeld Monique van den Brink); vliegtuigwrakken; Joodse gevangenen op het station Vught, 23 mei 1943 (collectie NM Kamp Vught); plaatsing van de wagons op 24 februari (beeld Jan van de Ven).