Emile woont tijdens de oorlog samen met zijn vrouw in Bousval. Daar is hij ook de leider van een partizanengroep bestaande uit vier personen. Emile staat bij de andere verzetslieden ook wel bekend onder zijn schuilnaam Hubert. Niet alleen is Emile de leider van een kleine partizanengroep, hij is ook de koerier van Demelenne, de leider van de Belgische verzetsgroep Korps West-Vlaanderen. Op 31 maart 1943 wordt Emile door de Duitsers gearresteerd. Emile is dan in het bezit van een wapen dat hij heeft gehad van de opvolger van Demelenne. Daarnaast wordt Emile verdacht van het plegen van sabotage gericht tegen de Wehrmacht en het in bezit zijn van wapens, explosieven en communistische papieren.

Aanklacht
Op 5 augustus 1943 wordt Emile samen met ongeveer 30 anderen veroordeeld door de Duitsers. Volgens de aanklacht heeft Emile in opdracht van het Korps een aanslag gepleegd op een pro-Duitse pastoor. Daarnaast is Emile verantwoordelijk voor het in brand steken van boerenschuren vol met voorraden van de Wehrmacht.
Emile zit tijdens de oorlog gevangen in Breendonk en St-Gilles, op 7 september 1943 wordt Emile naar Vught gebracht en bij aankomst, samen met elf anderen door de Duitsers opgehangen.

Bron:

• Archief en documentatie dienst, Ministerie van Sociale Zaken, België. Dossier: 83156 & 6187